h

Bijstandsgerechtigden zijn vogelvrij verklaard

9 juni 2013

Bijstandsgerechtigden zijn vogelvrij verklaard

Door bezuinigingen en gedwongen werken met behoud van uitkering verdwijnen steeds meer eerlijke banen in de zorg, het onderhoud van groen en postbezorging. Onder leiding van PvdA-staatssecretaris Klijnsma worden uitkeringsgerechtigden verplicht onder het minimumloon te werk gesteld. Zelden of nooit houden zij hier een vaste baan aan over. Verdringing, ondermijning van het wettelijk minimumloon en het straffen van welwillende werklozen is het gevolg.

Bij elke nieuwe presentatie van werkloosheidscijfers wordt de trieste conclusie getrokken dat er weer een record gebroken is. De rijen bijstandsgerechtigden die zich melden bij de sociale dienst voor een uitkering worden alsmaar langer. Er is dus een hoop werk te verzetten voor de gemeenten. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de bemiddeling van bijstandsgerechtigden naar een baan. De afgelopen jaren heeft het rijk via de Wet Werk en Bijstand gemeenten vooral geprikkeld zo min mogelijk te investeren in duurzame reïntegratie van werklozen op de arbeidsmarkt.

Geconfronteerd met strengere wetten, regels en bezuinigingen, grijpen gemeenten steeds meer naar het verplicht te werk stellen van mensen met een uitkering. Gemeentes noemen het participatiebanen, terugkeerbanen, opstapbanen of WorkFast, maar het principe is overal hetzelfde: mensen worden gedwongen werk te accepteren zonder dat hier een beloning tegenover staat. Werken onder het wettelijk minimumloon, zonder CAO functieloon dus.

In Vlissingen werken tientallen bijstandsgerechtigden 32 uur per week als ‘algemeen medewerker’ via de sociale werkplaats. In Rotterdam worden bijstandsgerechtigden zonder arbeidscontract aan het werk gezet bij een thuiszorgaanbieder voor klussen in en rond het huis. In Friesland hebben 13 gemeenten de handen ineengeslagen, waar bijstandsgerechtigden bij de sociale werkplaats opdrachten uitvoeren voor commerciële klanten, zonder daar een fatsoenlijke betaling voor te ontvangen.

Dit gebeurt allemaal met de verdediging dat werklozen ‘werknemersvaardigheden moeten aanleren en werkritme moeten opdoen’. De praktijk is weerbarstiger. Onder dreiging van kortingen op de uitkering worden werklozen van het ene naar het andere werktraject gejaagd. Wat hier tegenover staat is een vergoeding die ver onder het wettelijk minimum ligt. Terwijl zo regels over het minimumloon worden ondermijnd, werken werklozen zonder arbeidscontract en zonder opbouw van bijvoorbeeld pensioen. En belangrijker: uitzicht op een ‘echte’ baan is er niet of nauwelijks.

De echte reden waarom werkgevers zo graag uitkeringsgerechtigden ‘in dienst’ nemen is dat een uitkeringsgerechtigde spotgoedkoop is in vergelijking met een werknemer met een normaal contract. En aangezien dat voordeel wegvalt wanneer iemand een arbeidscontract krijgt, wordt een werkloze tegen die tijd gewoon weer naar het volgende ‘traject’ gesleept. VVD en PvdA tekenen zo voor verdringing op de arbeidsmarkt. Want waarom zou een werkgever een werknemer nog eerlijk belonen als je ook voor een dubbeltje op de eerste rang kunt zitten? Onder leiding van de PvdA wordt het principe van eerlijk werk voor een eerlijk loon steeds vaker ondermijnd en worden CAO’s onder druk gezet.

Beter zou het zijn echt werk te maken van goed werk. Hervorm de arbeidsbemiddeling. Maak een eind aan treitertrajecten en het geleur met uitkeringsgerechtigden. Kom met een menswaardig leerwerkbedrijf waar werklozen echt geholpen worden met een goede opleiding of het vinden van een vaste baan. En sta pal voor het wettelijk minimumloon en het CAO loongebouw. Wat voorop dient te staan is het vinden van een werkloze die past bij een vacature, niet de drang naar goedkope arbeid van werkgevers of het bestraffen van werkzoekenden. Het voortdurend dreigen met het korten op een uitkering dient beperkt te worden tot mensen die niet mee willen werken. Bovendien is de nadruk op repressie, boetes en kortingen onzinnig in een tijd waarin er tegenover elke vacature zes werklozen staan.
Sadet KarabulutSadet Karabulut
SP-Tweede Kamerlid

.
.
.
.
.
.
.

Dit artikel verscheen op 5 juni 2013 in de Volkskrant
- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
Loonvordering instellen,
waard om nader te onderzoeken
bij werken met behoud van uitkering

Gisteren was een Haagse straatveger in het nieuws, die nu met behoud van uitkering de straten moet gaan vegen terwijl hij dat eerst gedaan heeft tegen een loon. En vandaag staat in het dagblad de Limburger, dat werklozen een half jaar lang de verf van de 3500 lantaarnpalen in de gemeente Roermond moeten afkrabben, een gedeelte ook met behoud van uitkering. De lantaarnpalen worden daarna geschilderd door een schildersbedrijf.
In deze en andere situaties, waarin er sprake lijkt van reguliere arbeid, lijkt het zinvol, een loonvordering in te stellen. De Bijstandsbond onderzoekt momenteel, of dit in een aantal situaties mogelijk is. Waarschuwing vooraf: ga niet zomaar een brief schrijven, maar raadpleeg eerst een deskundige arbeidsrecht advocaat.

Als je werkgever je loon niet of te laat uitbetaalt, dan kun je zo’n loonvordering bij de kantonrechter instellen. Hiervoor is geen advocaat verplicht, maar het lijkt dus wel verstandig om er een te nemen, die gespecialiseerd is in arbeidsrecht. Je moet eerst een schriftelijk verzoek bij je werkgever indienen om loon uit te betalen. Krijg je hierop geen reactie, dan kun je dus bij de kantonrechter die loonvordering instellen. De kantonrechter beslist dan of er wel of geen loon moet worden uitbetaald. Afgezien van het loon heb je indien de kantonrechter het toewijst, ook nog recht op een wettelijke verhoging en een wettelijke rente. De wettelijke verhoging is een boete die de werkgever moet betalen voor elke dag dat hij te laat loon uitbetaalt. Maar het zou in het kader van dit artikeltje te ver voeren, dit allemaal uit te werken.

Het mooie is, dat je een loonvordering ook kunt instellen, als je een tijdje geleden met behoud van uitkering hebt gewerkt. Je aanspraak op achterstallig loon verloopt namelijk pas na vijf jaar. Wel is het mogelijk die termijn van vijf jaar te stuiten. Je maakt dan binnen vijf jaar schriftelijk kenbaar dat je nog steeds aanspraak wilt blijven houden op achterstallig loon.
In welke situaties kun je nu een loonvordering instellen?
· Je bent verplicht persoonlijk arbeid voor je werkgever te verrichten. Als je je zonder toestemming van je werkgever door iemand anders kunt laten vervangen, dan is er geen sprake van een arbeidsovereenkomst.
· Daarnaast moet de arbeid voor de werkgever van reële economische waarde zijn. Een stage wordt dus niet gezien als arbeid. Het gaat hierbij vooral om het leerproces van de stagiair en dit levert voor de werkgever geen reële arbeidsprestatie op. Er is dan ook geen sprake van een arbeidsovereenkomst.

Een sprekend verhaal vinden we in een recent krantenbericht van de Metro. Dat gaat over iemand die werkt met behoud van uitkering - mevrouw Petros, die sinds 2006 in de bijstand zit, Zij werkt al acht maanden vrijwillig als baliemedewerkster bij Participatiecentrum Pit 010 in Charlois. (Rotterdam).
Ik ben heel blij dat ik hier werkervaring op kan doen, vertelt ze. Ik help vrouwen die hier komen met het invullen van aanmeldingsformulieren, bijvoorbeeld voor de computer of fietslessen. Ik neem de telefoon aan en doe administratieve klusjes. Het participatiecentrum is blij met vrijwilligers als mevrouw Petros. Zonder mensen als mevrouw Petros kan dit centrum niet draaien, zegt participatiemakelaar Yentl van Heest. Aan de ene kant neemt ze ons werk uit handen door te helpen met de formulieren en de telefoon aan te nemen, aan de andere kant leert ze zelf beter Nederlands en doet ze werkervaring op.
Er lijkt hier te worden erkend, dat er sprake is van een economisch belang om mevrouw Petros in te zetten. Verzamel dus ook zoveel mogelijk materiaal over het project waarin je werkt, ook als de projectleiders en zo in de publiciteit komen. Dit kun je later gebruiken als bewijs dat er sprake is van een economische waarde.
· Er is sprake van een gezagsverhouding. Hiermee wordt bedoeld dat er sprake is van een hiërarchische relatie tussen jou en je werkgever: je bent verplicht de opdrachten of aanwijzingen van je werkgever op te volgen. Hij kan bijvoorbeeld je werktijden bepalen of je verplichten je aan het opgestelde ziekteverzuimprotocol te houden. Dat er sprake is van een gezagsverhouding wil niet meteen zeggen dat je geen grote vrijheid kunt hebben bij het uitvoeren van je werkzaamheden.
Is aan bovenstaande voorwaarden voldaan, dan moet de werkgever je loon uitbetalen in ruil voor het werk dat je doet. Meestal is dat een geldbedrag, maar soms kan een gedeelte van het salaris bestaan uit 'loon in natura', zoals kost en inwoning of gratis maaltijden. Onkostenvergoedingen en fooien van klanten zijn wettelijk gezien geen loon.

Werk je drie maanden achter elkaar ten minste 20 uur per maand voor een ander, dan is er wettelijk gezien sprake van een arbeidsovereenkomst. Je werkgever moet je dan minstens het minimumloon betalen en hij mag je alleen volgens de regels van het ontslagrecht ontslaan. Is je werkgever het hier niet mee eens, dan moet híj bewijzen dat je geen arbeidsovereenkomst hebt.
Zorg dat je terwijl je een loonvordering instelt, gewoon doorgaat met het werk en geen werkweigering pleegt. Ze kunnen je dan niet korten op je uitkering, want je voldoet aan alle eisen die aan je gesteld worden.

Een knelpunt kan nog zijn, dat verschillende partijen naar elkaar verwijzen en zeggen ik ben niet de werkgever, bij mij moet je niet zijn, het is die ander. Met behulp van een advocaat kun je je dan echter op het standpunt stellen, dat het niet aan jouw is om te bepalen wie nu precies de formele werkgever is. Let op! Dit zijn slechts de hoofdregels. Raadpleeg dus een advocaat arbeidsrecht.

U bent hier