h

Ruimtelijk Functionele Willekeur in Blekersduin brengt de Heren van Brederode in herinnering

7 juli 2009

Ruimtelijk Functionele Willekeur in Blekersduin brengt de Heren van Brederode in herinnering

In de tijd van de Heren van Brederode gold, zeker in Velsen en omstreken, dat hun wil wet was. Dat was in de middeleeuwen overzichtelijk en duidelijk voor alle betrokkenen. Wanneer je je in deze omgeving wilde vestigen, dan kon dat alleen maar met hun toestemming. Ook het je verplaatsen over hun grondgebied was geen vrijblijvende zaak. De heren lieten zich graag voor deze dienst betalen en lieten zich ook graag informeren over de bedoeling van reis. De tol was natuurlijk welkom, maar onruststokers hield men ook toen al liever buiten de deur en het leunen van mensen op meerdere kassen voor de bedeling lag toen al uit de gratie.

Iedereen die zich op hun grondgebied wilde vestigen, was de heren belasting verschuldigd – meestal in de vorm van een tiende of een ander deel op de nering die men dacht te gaan realiseren, van landbouw, de jacht of een of andere vorm van nijverheid. En bij het opleggen van de belastingen waren de heren geen lieverdje. Maar zelfs aan die gestrengheid golden grenzen. Wanneer het duidelijk was dat er weinig of niets overschoot, dan kon men ook wel eens een jaartje overslaan. Want van een kale kip valt niet te plukken en een geslachte kip legt al helemaal geen eieren. En zo zijn in de donkere dagen van onze lage landen verschillende uitzonderingen ontstaan op de algemeen geldende regels, waarin mensen een zekere rechtvaardigheid in zijn gaan zien. Een aantal van die oude regels vinden we nog terug in de moderne belastingwetten. Denk maar aan de belastingvrije voet op de inkomstenbelasting en de vrijlating van het vermogen onder een bepaalde drempel. Of neem de belasting op erfenissen, bij voor en tegenspoed, die tot in de 3e generatie werd opgelegd (je vader zal maar Madoff heten…). In de tijd van Brederode en zelfs lang daarna werd een voordeur meestal door drie generaties gedeeld.
Een ander recht tenslotte, dat de heren van Brederode zich graag aanmaten was het recht om naar willekeur te kunnen bepalen wat en waar op hun grondgebied kon of mocht worden gebouwd. Toestemming werd alleen verleend waneer een bouwwerk de heren in hun kraam te pas kwam, en ook dan kwamen zij nog een keer met de pet langs om bouwleges te innen – naar rato van de geschatte of werkelijke bouwkosten. In de het huis van Thorbecke zijn die rechten toegevallen aan het democratische orgaan van de gemeenteraad. Die hebben op hun beurt die bevoegdheid soms weer gedelegeerd aan de leden van het dagelijks bestuur van die gemeenten – de burgemeester en wethouders. Althans het voorbereidende werk ervan. Echter de manier waarop sommige wethouders in de moderne tijd invulling geven aan hun bevoegdheden tot het ontwerpen en vastleggen van een ruimtelijk functioneel kader van een gebied als dat van de Lakenvelden ofwel het tegenwoordige NOVA-terrein in Santpoort, doet terugdenken aan de tijd van de heren van Brederode. Alsof de democratie nog helemaal niet is uitgevonden en alsof de omwonenden er helemaal niet meer toe doen. Dat is opmerkelijk en in de ogen van de SP in Velsen ook een zorgelijke ontwikkeling, waar zo snel als mogelijk een einde gemaakt moet worden.

Jan Müter
SP fractie

U bent hier