h

SP-fractie herstelt op eigen houtje het budgetrecht van de Gemeenteraad in Velsen

14 juni 2009

SP-fractie herstelt op eigen houtje het budgetrecht van de Gemeenteraad in Velsen

maar slaagt er niet in om te voorkomen dat diezelfde raad tekent – ook achteraf – voor een lastenverhoging van ruim 300 euro per huishouden – ja, zelfs zonder dat bekend is waarvoor die middelen kunnen/zullen worden aangewend.

SP-raadslid Müter vond in het Jaarverslag over 2008 enkele ongerechtigheden. De belangrijkste was natuurlijk het besluit van het college van B&W, medio 2008, om op slinkse wijze en ook zonder de Gemeenteraad daarvan op dat moment op de hoogte te brengen, om te tekenen voor het opleggen van precariobelasting op kabels en leidingen in de grond – dus op Nuts-voorzieningen. En het steekt te meer nog dat het college regelrecht in strijd handelde met een eerder door de Gemeenteraad afgesproken handelslijn: geen precario op Nutsvoorzieningen. Dat ging en gaat natuurlijk wel ergens over. Het gaat om 7 miloen euro, ofwel ruim 300 euro per huishouden. Op 1 januari 2010 loopt voor de Gemeente de mogelijkheid ten einde om de burgers langs deze manier geld uit de zak te kloppen. Helaas vond de SP in de gemeenteraadsvergadering alleen maar de fractie van de LGV aan haar zijde.
Maar Müter struikelde ook over een ander weeffoutje. Uit alle ‘reparaties’ van de onttrekkingen aan ingestelde reserves achteraf in het financiële jaarverslag en het voorgelegde Raadsbesluit, werd duidelijk dat het college (bestemmings)reserves gebuikte alsof het om voorzieningen gaat. Daarmee handelt het college wel in de geest van wat de Gemeenteraad in meerderheid wil, maar niet volgens de daarvoor geldende afspraken.
Over door de gemeenteraad ingestelde voorzieningen geldt de afspraak dat het college die middelen mag aanwenden met een verantwoording achteraf. Voor de aanwending van reserves dient het college voor de ultieme aanwending van deze middelen instemming van de raad vragen. Voor die afspraken zijn goede redenen. Door met de ‘reparaties’ van de onttrekkingen achteraf in te stemmen verschaft de raad achteraf de rechtmatigheid van de betrokken bestedingen. Dat kan natuurlijk niet de bedoeling zijn. (Bestemmings)reserves dienen immers in noodgevallen, ondermeer wanneer de raad geconfronteerd wordt met een zogeheten ‘lijk uit de kast’, ten principale op losse schroeven te komen. Gegeven de situatie van dat moment zal de raad opnieuw een integrale politieke afweging moeten kunnen maken. Ook al is dat op één minuut voor een beoogde aanwending van de reserve voor een heel erg goede zaak.
Toen de Gemeenteraad in 2008, om maar een recent en bekend voorbeeld te noemen, geconfronteerd werd met de meerkosten van ‘de oude Pontweg’, ofwel het woonwagencentrum in Velsen Zuid, had een inventarisatie gemaakt moeten kunnen worden van alle lopende verplichtingen en alle ‘vrij te besteden’ middelen. En op basis van die informatie had de Gemeenteraad een nieuwe afweging hebben moeten kunnen maken, waar op dat moment de prioriteiten liggen, en waar niet. Dat kan natuurlijk jammer zijn voor allerhande leuke en goede projecten, maar het valt aan het publiek natuurlijk heel goed uit te leggen, dat het geld maar een keer kan worden uitgegeven.
Zo bezien vormt het afsprakenkader rond (bestemmings)reserves in zekere zin ook een (goede) sanctie tegen de vorming van ‘lijken in de kast’, ofwel van het achterhouden van feiten en omstandigheden aan de Gemeenteraad, waardoor zij geen integrale afweging kunnen maken. Problematisch is en blijft natuurlijk wel dat een ‘lijk in de kast’ soms jaren achtereen buiten beeld blijft, en zo een volgend college en een volgende wethouder voor problemen kan stellen. Daarom is een ‘waterdichte’ overdracht van de ene wethouder naar zijn of haar opvolger zo belangrijk. Want een volgend college is immers politiek verantwoordelijk voor de ‘lijken’ die in haar bestuursperiode uit de kast komen vallen. Daar is op dat moment niets aan te doen.
De praktijk is natuurlijk meestal anders. Vooral wanneer wethouders en collegepartijen meer hechten aan het pluche en bestuursmacht en –mogelijkheden, dan aan hun integriteit en de integriteit van de politiek. Zoals ook in het voornoemde voorbeeld van de Oude Pontweg door Wethouder Korf is gedaan en in feite door de collegepartijen en Groenlinks daarvoor, om uiteenlopende redenen, niet is afgestraft. Een dergelijke opstelling schaadt natuurlijk altijd het vertrouwen van het publiek in de politiek – en dat is natuurlijk ook volkomen terecht. En daarom is het goed om hier bij stil te staan en ervoor te zorgen en ertoe bij te dragen dat een eerherstel van de politiek en de publieke zaak mogelijk wordt.
Tegen die achtergrond is het misschien wel een teken aan de wand dat géén van de andere fracties in de Gemeenteraad van Velsen is ingegaan op de uitnodiging van de SP-fractie om de motie over het verkeerd gebruik van de (bestemmings)reserves vooraf wilden ondertekenen en steunen.
De wethouder daarentegen begreep het verhaal van de SP maar al te goed en beloofde royaal beterschap. Aan die toezeggen hechte de SP fractie op dat moment meer waarde dan aan een ondersteuning achteraf door de leden van de Gemeenteraad. Vooral ook omdat nu ook uit het antwoord van de Wethouder de ambtenaren weer heel goed weten hoe het spel gespeeld dient te worden.
Dat is dus allemaal winst. Goed voor Velsen, goed de politiek en voor de publieke zaak. Het is natuurlijk zeer de vraag of al dit goed en zoets voldoende is om het aanzien van de politiek en publieke zaak te redden. Wat dat aangaat lijkt de Gemeenteraad van Velsen uit lemmingen te bestaan – met uitzondering natuurlijk van de SP en, jazeker, de LGV. Het is daarom belangrijk om dit soort zaken op te schrijven en bekend te maken, opdat de kiezer en het publiek zelf een oordeel kunnen vellen en bij een volgende verkiezing hun keuze bepalen.

U bent hier